zondag 18 april 2010


Gisteren een prachtige dag. Optrekkende mist, waar de ochtendzon korte metten mee maakt. Een wolkenloze hemel, vandaag geen vliegtuigen. De organisatie van de vijfde Lytse doarpen rintocht had het zich niet beter kunnen wensen. Van alle kanten reden de auto's tegen achten naar Kubaard. Langzaam relaxed, er van overtuigd dat het voor hen een mooi dag gaat worden. Om tien over acht staat het vak wat van dranghekken is gemaakt al helemaal vol. De eerste groep heeft er zin in. Rugtasjes, wandelschoenen, petjes... Ik krijg het woord van de organisator en spreek de wandelaars toe namens het dorp Kubaard. Ik vertel ze over de menselijke snelheid van 5 tot 6 km/uur. De snelheid waarbij een mens tot rust komt. Waarbij er tijd is voor elkaar. Over oude wegen gaat men van dorp tot dorp door de groene grazige weiden. De roep van de grutto, het eerste groen van de meidoorns. Lopen door een Friesland, waar de lente op uitbarsten staat.
Het is eigenlijk het verhaal van de pelgrimstocht. Even niet stressen, snelheid moeten maken. De prestatie is het lopen. Hoewel de blik van al dat wandelvolk, wat zich vrijwillig laat kooien achter dranghekken mij tegenstaat, wens ik ze een goede tocht, want de de gouden wijzers op de kerktoren geven aan dat het precies kwart over acht is.

Daarna fiets ik naar huis en maak alles klaar voor een fietsweekend. Om alles wat uit te testen. Het neemt meer tijd dan ik verwacht. Tegen half elf fiets ik weg. Richting het oosten, want volgens "Windfinder" wordt ik dan de hele dag aangenaam gestuwd door de wind. Doel is Eesergroen, ten zuid oosten van Assen. Afstand is 105 km, maar dan moet je nergens verkeerd fietsen. Ik kon nergens een kaart van Nederland vinden, dus maar met een print van Routenet.
Dat valt niet mee: Alleen maar aanwijzingen over rechts- of links afslaan en de naam van de straat waarop je dan loopt.
De eerste kilometers gaan niet zo best. Zere spieren (van de sprint van donderdag?) en het zadel voelde wel erg hard. Om kwart voor vijf aangekomen in Eesergroen, bij het veld waar een aantal leden van Deltaclub Fenix aan het lieren zijn. Het is niet erg thermisch, zoals gisteren toen de lucht vol was met mooie bloemkoolwolken. Dus na het optrekken naar 400 m hoog, zijn de meesten na 400 seconden ook weer op landingsveld.

Op onderstaande link sta ik achter de vleugel van Coen.
Om zes uur voel ik een paar keer aan mijn hoofd. Dat doet zeer en de conclusie is dat het verbrand is, ondanks wat factor 20...Ik heb geen petje. Heb een hekel aan hoofddeksels. Besluit om maar weer richting Friesland te fietsen. De wind is aan het afnemen, zoals meestal in de zomerperiode, dus wellicht kan ik nog in Appelscha geraken. Dan hoef ik morgen met waarschijnlijk zere spieren, niet meer dan een 80 km te doen.
Gelukkig staan er zo nu en dan weer borden van het fietsroutenetwerk van Midden Drenthe, zodat ik mij wat kan oriënteren. De zon is al onder, wanneer ik om negen uur camping "De Roggeberg" op fiets. Ik zet er snel mijn tent op en neem een douche. Na een patatje en kroketje installeer ik me om tien uur op mijn slaapmatje. Veel kleren aan, sokken, muts op en en deken over de slaapzak. 'k Slaap al gauw, maar binnen een uur ben ik weer wakker: pijnlijke schouder. Ga op de rug liggen...Om twee uur weer eens bezig geweest met herinrichting van kussen en bedekking. De hele nacht slaap ik in rukjes van hooguit een uur. Het is net warm genoeg, maar op mijn favoriete rechterzijde is het pijnlijk slapen. Thuis zakken de uitstekende delen (heup en schouder) diep in een pocket vering matras, maar vannacht is het Thermarest matrasje maar 4 cm dik. Om half acht "sta ik op", doe fiets kleren aan, trui en jas aan, want het is omstreeks nul graden. Alles prop ik weer in de fietstassen. De kletsnatte tent vouw ik ook maar weer op.


Ik fiets kalmpjes weg. Nergens last van. Valt me mee. Na drie kilometer een prachtig meertje met een bank. Even zitten in de zon. Windstil. Alleen vogelgeluiden. Lees de hoofdpagina van de Leeuwarder Courant. Dan maar weer verder over het schelpenpad door bos en stuifduin. Al gauw jas uit en trui voor een dunnere verwisseld. Het domme BEVEROL mutsje hou ik op, want mijn hoofdhuid verdraagt even geen zon meer. Bij Wolvega een langere stop. Saaie recht wegen. Er zijn veel leukere, maar zonder kaart kies ik de mij bekende route. Zadel en spieren voel ik goed, maar knieën doen geen pijn. De hele tijd draai ik zestig tot zeventig omwentelingen per minuut.
Na mijn 'koffiestop' weer verder. Nu geen eten meer. In Heerenveen koop ik twee snikkers bij een benzinestation en laat mijn bidons vullen. Binnendoor naar Joure en dan verder op bekende wegen. Heb er inmiddels schoon genoeg van, maar zie zo gauw geen geschikte plekjes om even lekker uit te rusten. Bankjes genoeg, maar de luchttemperatuur is koud, dus moet je helemaal uit de wind zitten. Om drie uur thuis. Meteen tassen van de fiets, wat drinken en eten. Daarna even zitten. Val meteen in slaap. Pet over het hoofd.
Conclusies: Fietsen gaat goed komen, maar er zijn wel een tweetal lastige zaken:
  • Slapen op een 3,8 cm dik matrasje is zeer oncomfortabel. Wellicht toch maar op een luchtbed. Dat was in het verleden ook altijd goed. Ik blaas ze in enkele minuten vol. Ze isoleren niet, wat de matrasjes wel doen. Gewicht is waarschijnlijk wat hoger.
  • Al in de eerste honderd meter viel het me op: de bepakte fiets begint makkelijk te slingeren/schudden. Ik kan geen ritsje dicht doen of muts op zetten, want ik moet minstens één hand aan het stuur houden. Ook liggend om mijn ligstuur kan bij wat hogere snelheid (in tunnel) die slingerbeweging ontstaan! Het stuur begint te schudden en de bagage achter schudt in dezelfde frequentie mee. Hopelijk is dit op te lossen.